Als je je vervreemd voelt van jezelf, je lichaam of de werkelijkheid
Soms voel je je alsof je in een droom leeft. Alsof alles om je heen vreemd, ver weg of niet écht is.
Alsof je naar jezelf kijkt van een afstandje. Alsof je er wel bent – maar toch ook niet.
Dat gevoel is verwarrend. Beangstigend. En vaak moeilijk uit te leggen.
Mensen zeggen dingen als:
“Je moet gewoon even ontspannen.”
Of: “Je denkt te veel.”
Maar jij weet: dit voelt niet normaal.
Wat je ervaart heet derealisatie (wanneer de wereld om je heen onwerkelijk voelt) of depersonalisatie (wanneer jij jezelf niet meer als jezelf ervaart). En hoewel het heftig kan zijn, is het niet gevaarlijk.
Laat me je dit alvast meegeven:
Je bent niet gek.
Je bent niet kapot.
En dit gevoel gaat weer voorbij.
Waarom gebeurt dit?
Je zenuwstelsel heeft een ingebouwd beschermingsmechanisme: als er te veel spanning is, schakelt het je los van gevoel en prikkels om je te beschermen. Je komt als het ware in een soort overlevings-‘freeze’.
Dat gebeurt niet omdat je iets fout doet, maar omdat je systeem wil voorkomen dat je overstroomt.
Je bent dus niet aan het verliezen, je bent aan het beschermen.
Alleen voelt het niet veilig.
Het voelt juist alsof je helemaal níét meer aanwezig bent.
En dat maakt het zo verwarrend: je voelt je losgekoppeld van jezelf, terwijl je diep vanbinnen gewoon weer terug wilt naar die herkenbare versie van jou. Naar rust. Naar grip. Naar jezelf.
Hoe ga je ermee om?
1. Stop met vechten tegen het gevoel
Hoe meer je probeert om het gevoel ‘weg te krijgen’, hoe meer je spanning opbouwt. En dat is precies wat dit gevoel triggert.
Zeg liever: “Ik voel me vreemd, en dat mag. Ik hoef dit niet op te lossen, ik mag het alleen dragen.”
2. Herinner jezelf eraan dat het tijdelijk is
Dit gaat voorbij. Het is een reactie, geen nieuwe werkelijkheid. Je hoeft niet te wachten tot het gevoel weg is – je mag leren blijven terwijl het er is.
3. Breng jezelf terug in je lichaam
– Leg een hand op je hart of buik
– Druk je voeten stevig op de grond
– Drink iets warms en voel de mok in je handen
– Beweeg zachtjes of loop een stukje
Al deze dingen helpen om je zenuwstelsel te reguleren zonder druk.
4. Gebruik zachte taal naar jezelf
Zeg tegen jezelf:
“Ik voel me raar. En dat is oké. Mijn systeem beschermt me. Ik blijf bij mezelf.”
Of: “Dit voelt vreemd, maar ik weet dat ik veilig ben.”
Wat je niet hoeft te doen:
Je hoeft dit niet uit te leggen aan iedereen.
Je hoeft het niet op te lossen voordat je verder kunt.
Je hoeft niet te wachten tot het ‘weg is’ om weer te leven.
Jij komt terug
Verbinding met jezelf komt niet in één klap terug. Het groeit.
Met zachtheid. Met tijd. Met aanwezigheid.
Elke keer dat jij ervoor kiest om niet weg te vluchten, maar zachtjes aanwezig te blijven, geef je jezelf een krachtig signaal:
Ik ben hier. En het is veilig om er weer te zijn.
Je bent niet verloren.
Je bent onderweg terug naar jezelf.
En je komt dichterbij dan je denkt.